Donderdag 26 februari 2015. Locatie: Tilburg
Als eerst kwam de schrijver van het boek ‘Interactieve media’ een voorlichting geven. Hij heeft onze hulp nodig bij het onderzoeken van hoe verschillende leraren ICT in de klas inzetten. Hierbij kregen we een enquête voorgelegd die we op onze stageschool moesten afnemen. We moeten een les bijwonen waarbij een andere docent ICT inzet.
Hierdoor krijgen wij een beter beeld van hoe andere docenten ICT inzetten, waardoor je zelf ook meer te weten komt over het algemeen. Je kan het goed gebruiken bij je onderwijsontwerp.
Hierdoor krijgen wij een beter beeld van hoe andere docenten ICT inzetten, waardoor je zelf ook meer te weten komt over het algemeen. Je kan het goed gebruiken bij je onderwijsontwerp.
Hierna kregen we een powerpoint van Bernolf over mediawijsheid. Om mediawijsheid beter te begrijpen, is er een model ontwikkelt die uit tien competenties bestaat. Door dit model te analyseren krijg je een beter beeld in welke fase je zit als leerkracht. Ook krijg je hierbij een beter beeld van waar een leerling tot in staat is. Van een bovenbouw leerling wordt bijvoorbeeld verwacht dat hij een zoekterm in kan typen, terwijl dit van een onderbouw leerling nog niet wordt verwacht.
Als je niet goed weet waar mediawijsheid precies voor staat, kan je er ook geen onderzoek naar doen, lesmateriaal ontwikkelen of meten in hoeverre het wordt toegepast. Kijkend naar dit model, zijn er vier hoofdgroepen te zien, namelijk: begrip, gebruik, communicatie en strategie. Je moet dus eerst inzicht hebben in de medialisering van de samenleving, begrijpen hoe media wordt gemaakt en zien hoe je het in de werkelijkheid in kan zetten (behoort bij de hoofdgroep begrip), waarna je overgaat naar gebruik. Je spreekt van de hoofdgroep ‘gebruik’ als je weet hoe je apparaten, software en toepassingen kan gebruiken en je je orienteert binnen de mediaomgeving. Hierna zit je in de hoofdgroep communicatie en strategie. Bij communicatie ga je informatie vinden en verwerken, content creëren en participeren in sociale netwerken waarna je reflecteert op je eigen mediagebruik en doelen realiseert met gebruik van media. Zie het filmpje voor diepere uitleg.
Als je niet goed weet waar mediawijsheid precies voor staat, kan je er ook geen onderzoek naar doen, lesmateriaal ontwikkelen of meten in hoeverre het wordt toegepast. Kijkend naar dit model, zijn er vier hoofdgroepen te zien, namelijk: begrip, gebruik, communicatie en strategie. Je moet dus eerst inzicht hebben in de medialisering van de samenleving, begrijpen hoe media wordt gemaakt en zien hoe je het in de werkelijkheid in kan zetten (behoort bij de hoofdgroep begrip), waarna je overgaat naar gebruik. Je spreekt van de hoofdgroep ‘gebruik’ als je weet hoe je apparaten, software en toepassingen kan gebruiken en je je orienteert binnen de mediaomgeving. Hierna zit je in de hoofdgroep communicatie en strategie. Bij communicatie ga je informatie vinden en verwerken, content creëren en participeren in sociale netwerken waarna je reflecteert op je eigen mediagebruik en doelen realiseert met gebruik van media. Zie het filmpje voor diepere uitleg.
In het model staat mediawijsheid voor de verzameling van competenties die je nodig hebt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving. Het is ontwikkeld als handvat bij de ontwikkeling van mediawijsheidproducten en –diensten, het inzichtelijk maken van het aanbod en de vormgeving van eenvoudige meetinstrumenten (Zuiderman, 2008).
Er zijn verschillende vaardigheden die van belang zijn binnen mediawijsheid:
1. Creativiteit
2. Kritisch denken
3. Probleemoplosvaardigheden
4. Communiceren
5. Sociale en culturele vaardigheden
6. Samenwerken
7. Digitale geletterdheid: het effectief, efficiënt en verantwoord gebruiken van ICT (ICT-(basis)vaardigheden (dat je bijvoorbeeld Word kent of weet hoe het digibord werkt), mediawijsheid, informatievaardigheden (informatie ordenen en selecteren, zowel online als offline)).
8. Zelfregulering
Mediawijsheid Implementatie Model
Het gaat hierbij vooral om het opvoedkundige aspect van mediawijsheid. De meeste leerkrachten hebben hier een fixed mindset in en denken dat ze het niet gebruiken en dus toch niet nodig hebben. Er zijn allemaal processen die Implementatie die je beïnvloeden. Dit model is in een artikel verschenen. Je kan dit opzoeken via Erik´s site, namelijk http://www.e-meester.nl/.
Uitgangspunten: de sociale wereld van de kinderen wordt steeds groter. De buitenwereld komt ook steeds dichter bij het kind.
Van Brontebrenner’s Eccological Theory brengt de leefwereld van het kind in beeld. Hierbij gaat het om je sociale kring (contact met anderen), waarna je de krant gaat lezen en mediawijsheid leert kennen. Je leefwereld wordt dus steeds groter. Het model laat dus duidelijk zien dat je in allerlei systemen zit. Je kan met dit model dus aangeven dat de ecologie van het kind veran dert en daarmee dus ook de pedagogische benadering.
1. Creativiteit
2. Kritisch denken
3. Probleemoplosvaardigheden
4. Communiceren
5. Sociale en culturele vaardigheden
6. Samenwerken
7. Digitale geletterdheid: het effectief, efficiënt en verantwoord gebruiken van ICT (ICT-(basis)vaardigheden (dat je bijvoorbeeld Word kent of weet hoe het digibord werkt), mediawijsheid, informatievaardigheden (informatie ordenen en selecteren, zowel online als offline)).
8. Zelfregulering
Mediawijsheid Implementatie Model
Het gaat hierbij vooral om het opvoedkundige aspect van mediawijsheid. De meeste leerkrachten hebben hier een fixed mindset in en denken dat ze het niet gebruiken en dus toch niet nodig hebben. Er zijn allemaal processen die Implementatie die je beïnvloeden. Dit model is in een artikel verschenen. Je kan dit opzoeken via Erik´s site, namelijk http://www.e-meester.nl/.
Uitgangspunten: de sociale wereld van de kinderen wordt steeds groter. De buitenwereld komt ook steeds dichter bij het kind.
Van Brontebrenner’s Eccological Theory brengt de leefwereld van het kind in beeld. Hierbij gaat het om je sociale kring (contact met anderen), waarna je de krant gaat lezen en mediawijsheid leert kennen. Je leefwereld wordt dus steeds groter. Het model laat dus duidelijk zien dat je in allerlei systemen zit. Je kan met dit model dus aangeven dat de ecologie van het kind veran dert en daarmee dus ook de pedagogische benadering.
Als je het hebt over de digitale klassenklimaat, gaat het over hoe je zelf als leerkracht ICT in de klas inzet, de belevingswereld van het kind, de ouderbetrokkenheid en het delen van successen. Ook hoort hierbij dat je kijkt hoever de leerlingen in je stageklas zijn op het gebied van sociale media, chat apps, etc.
Digitale profilering: hoe je op internet staat (welke digitale voetafdruk jij achterlaat), hoe je op internet overkomt en hoe dat bij de kinderen in jouw klas zit.
Als laatst gingen we met de klas samen een tijdschrift maken via jillster.nl. We maakten afspraken van wat erin moet staan en wie de redactie is. We moesten een pagina maken over een bepaald onderwerp waarna we de rest van de middag eraan gingen werken. Hieruit ontstond uiteindelijk een klassikaal tijdschrift. Zie hieronder mijn gemaakte pagina samen met Susan Hendriks. Ik vond het leuk om dit te doen, omdat je je hierdoor nog meer en beter in de theorie ging verdiepen, waarna je een mooi blad uit het tijdschrift wilde vormen. Hierdoor ben ik erachter gekomen dat je veel meer met Word kan doen dan dat ik dacht. Hier heb ik dus veel van geleerd door er zelf mee aan te rommelen. Ook leuk idee om in je stageklas te doen!
Digitale profilering: hoe je op internet staat (welke digitale voetafdruk jij achterlaat), hoe je op internet overkomt en hoe dat bij de kinderen in jouw klas zit.
Als laatst gingen we met de klas samen een tijdschrift maken via jillster.nl. We maakten afspraken van wat erin moet staan en wie de redactie is. We moesten een pagina maken over een bepaald onderwerp waarna we de rest van de middag eraan gingen werken. Hieruit ontstond uiteindelijk een klassikaal tijdschrift. Zie hieronder mijn gemaakte pagina samen met Susan Hendriks. Ik vond het leuk om dit te doen, omdat je je hierdoor nog meer en beter in de theorie ging verdiepen, waarna je een mooi blad uit het tijdschrift wilde vormen. Hierdoor ben ik erachter gekomen dat je veel meer met Word kan doen dan dat ik dacht. Hier heb ik dus veel van geleerd door er zelf mee aan te rommelen. Ook leuk idee om in je stageklas te doen!
mindset_growth_en_fixed_mindset,_tijdschrift_jillster.docx |
Bronnen
Meester, E., & Bergsen, S. (2014, oktober). Mediawijsheid Implementatie Model (MIM). Basisschool management, 19-25.
Zuiderman, D. (2008). Competentiemodel. Opgehaald van mediawijzer: http://www.mediawijzer.net/competentiemodel/
Meester, E., & Bergsen, S. (2014, oktober). Mediawijsheid Implementatie Model (MIM). Basisschool management, 19-25.
Zuiderman, D. (2008). Competentiemodel. Opgehaald van mediawijzer: http://www.mediawijzer.net/competentiemodel/