Woensdag 8 april 2015. Locatie: Eindhoven
Vandaag gingen we naar het klokgebouw in Strijp-S. Een aantal weken geleden hebben we een workshop gehad over ondernemersschap van Josje Hardeman. Vandaag ging het over crowdfunding. Crowdfunding is een manier van financiering waarbij er een beroep wordt gedaan om hun kredietbehoefte ingevuld te krijgen. Verschillende mensen kunnen je dan geld doneren. Het is sterk in opkomst en het wordt meer een bewuste keuze voor het ophalen van je gewenste financiering. De voordelen van crowdfunding zijn:
- Ondernemers kunnen zelf hun tarieven en voorwaarden bepalen.
- Het levert veel investeerders die uit kunnen groeien tot klanten of ambassadeurs van de onderneming.
- Het is een goede vorm van marktonderzoek.
- Het sluit aan op de veranderde behoefte van mensen aangezien het meer online is gericht.
- Het kan daadwerkelijk een onderdeel zijn van een online marketingstrategie.
De investeerder kan geld uitlenen aan de ondernemer waarbij de ondernemer dit met rente terugbetaalt. Dit wordt ook wel vreemd vermogen genoemd. Hierbij wordt er maandelijks een gedeelte afgelost en een gedeelte rente gestort waardoor het totaal geïnvesteerde bedrag lager wordt. Voorbeelden van sites zijn: www.geldvoorelkaar.nl, www.thedutchdeal.nl, www.crowdaboutnow.nl.
Je spreekt van een eigen vermogen wanneer een ondernemer aandelen verkoopt. De investeerder participeert in het project en in ruil daarvoor delen de investeerders de waardeontwikkeling van de onderneming. Voorbeelden van sites zijn: www.leapfunder.nl, www.symbid.nl (internetbureau, 2014).
Evers beweert dat crowdfuncing het populairst is onder ondernemers. Hij zegt dat het een laagdrempelige manier is om geld te verzamelen. Hierbij gaat het vooral om het geld dat te verdienen is, maar er zijn ook nog andere voordelen naast het geld.
- Je krijgt meer ambassadeurs. Zij gaan mee in jouw verhaal en de achtergrond van je project waardoor ze het verhaal tegen naasten vertellen en ze zich meer betrokken voelen. Hierdoor krijg je meer funders die in een later stadium in jouw bedrijf willen investeren.
- Doordat veel crowdfundingsites de mogelijkheid bieden om reacties achter te laten, krijg je meer feedback over je toekomstige klanten.
- Doordat veel mensen hun eindproduct als reward aanbieden, en er dus sprake is van voorverkoop, ben je al uitverkocht voordat je productie gestart is. Hierbij verlaag je je financieringsrisico en hoef je geen voorraad aan te leggen omdat je de producten meteen kan opsturen zodra ze klaar zijn.
- Nieuwssites en blogs houden de crowdfundingsites in de gaten. Zij schrijven over innovatieve producten. Als jouw product hun ook aanspreekt, kan het dus opeens worden verspreidt waardoor je meer geld op kan halen dan je doelbedrag. Hierbij krijg je opeens veel meer aandacht en wordt je bekender.
- Wanneer je product goed verkocht wordt, kiezen veel mensen ervoor om een goed doel te helpen. Dit combineren ze met hun eigen inkomsten (Evers, 2015).
- Ondernemers kunnen zelf hun tarieven en voorwaarden bepalen.
- Het levert veel investeerders die uit kunnen groeien tot klanten of ambassadeurs van de onderneming.
- Het is een goede vorm van marktonderzoek.
- Het sluit aan op de veranderde behoefte van mensen aangezien het meer online is gericht.
- Het kan daadwerkelijk een onderdeel zijn van een online marketingstrategie.
De investeerder kan geld uitlenen aan de ondernemer waarbij de ondernemer dit met rente terugbetaalt. Dit wordt ook wel vreemd vermogen genoemd. Hierbij wordt er maandelijks een gedeelte afgelost en een gedeelte rente gestort waardoor het totaal geïnvesteerde bedrag lager wordt. Voorbeelden van sites zijn: www.geldvoorelkaar.nl, www.thedutchdeal.nl, www.crowdaboutnow.nl.
Je spreekt van een eigen vermogen wanneer een ondernemer aandelen verkoopt. De investeerder participeert in het project en in ruil daarvoor delen de investeerders de waardeontwikkeling van de onderneming. Voorbeelden van sites zijn: www.leapfunder.nl, www.symbid.nl (internetbureau, 2014).
Evers beweert dat crowdfuncing het populairst is onder ondernemers. Hij zegt dat het een laagdrempelige manier is om geld te verzamelen. Hierbij gaat het vooral om het geld dat te verdienen is, maar er zijn ook nog andere voordelen naast het geld.
- Je krijgt meer ambassadeurs. Zij gaan mee in jouw verhaal en de achtergrond van je project waardoor ze het verhaal tegen naasten vertellen en ze zich meer betrokken voelen. Hierdoor krijg je meer funders die in een later stadium in jouw bedrijf willen investeren.
- Doordat veel crowdfundingsites de mogelijkheid bieden om reacties achter te laten, krijg je meer feedback over je toekomstige klanten.
- Doordat veel mensen hun eindproduct als reward aanbieden, en er dus sprake is van voorverkoop, ben je al uitverkocht voordat je productie gestart is. Hierbij verlaag je je financieringsrisico en hoef je geen voorraad aan te leggen omdat je de producten meteen kan opsturen zodra ze klaar zijn.
- Nieuwssites en blogs houden de crowdfundingsites in de gaten. Zij schrijven over innovatieve producten. Als jouw product hun ook aanspreekt, kan het dus opeens worden verspreidt waardoor je meer geld op kan halen dan je doelbedrag. Hierbij krijg je opeens veel meer aandacht en wordt je bekender.
- Wanneer je product goed verkocht wordt, kiezen veel mensen ervoor om een goed doel te helpen. Dit combineren ze met hun eigen inkomsten (Evers, 2015).
Klik hier voor een voorbeeld van een nieuwsartikel waarbij er een middeleeuws gebedenboek kon worden gerestaureerd dankzij crowdfunding.
We gingen zes onderwijsconcepten van collega’s uitwerken waardoor het ontwerp/project uiteindelijk op de site kwam te staan en mensen het konden kopen.
Het leek mij interessant om meer te weten te komen over hoe scholen de leerlijn mediawijsheid in kunnen zetten. Hier wil ik me meer in verdiepen en misschien mijn afstudeeronderzoek over doen. Ik heb om deze reden gekozen voor het project van Lennart Geertsen, waarbij ik samen heb gewerkt met Elise Hendriks en Karin van Doorn.
Als eerst is het van belang dat je een verleidende tekst schrijft met een aantrekkelijke beloning zodat mensen tot actie komen. We zijn begonnen met het nadenken over welke dingen we te koop willen zetten en voor welk bedrag ze wat krijgen. We hebben bijvoorbeeld bedacht dat scholen een handleiding kunnen krijgen waarbij ze meer informatie krijgen over hoe ICT in te zetten in het onderwijs. Ook willen we workshops voor het team en eventueel aan de klas gaan geven. Dit hebben we verwerkt op de site. Hierna is het essentieel dat je betrouwbare mensen hebt waarmee je kunt beginnen en waarmee het project eventueel succesvol kan worden. Zie hier onze site en hieronder de film die we hebben gemaakt voor ons project.
Het leek mij interessant om meer te weten te komen over hoe scholen de leerlijn mediawijsheid in kunnen zetten. Hier wil ik me meer in verdiepen en misschien mijn afstudeeronderzoek over doen. Ik heb om deze reden gekozen voor het project van Lennart Geertsen, waarbij ik samen heb gewerkt met Elise Hendriks en Karin van Doorn.
Als eerst is het van belang dat je een verleidende tekst schrijft met een aantrekkelijke beloning zodat mensen tot actie komen. We zijn begonnen met het nadenken over welke dingen we te koop willen zetten en voor welk bedrag ze wat krijgen. We hebben bijvoorbeeld bedacht dat scholen een handleiding kunnen krijgen waarbij ze meer informatie krijgen over hoe ICT in te zetten in het onderwijs. Ook willen we workshops voor het team en eventueel aan de klas gaan geven. Dit hebben we verwerkt op de site. Hierna is het essentieel dat je betrouwbare mensen hebt waarmee je kunt beginnen en waarmee het project eventueel succesvol kan worden. Zie hier onze site en hieronder de film die we hebben gemaakt voor ons project.
Bronnen
Evers, M. (2015, maart dinsdag). 5 voordelen van crowdfunding naast geld. Opgehaald van Marketingfacts: http://www.marketingfacts.nl/berichten/5-voordelen-van-crowdfunding-naast-geld
internetbureau, P. (2014). Wat is crowdfunding. Opgehaald van Crowdfunding: http://www.crowdfunding.nl/wat-is-crowdfunding/wat-is-crowdfunding/
Hoe wordt ict nu in het onderwijs ingezet?
Donderdag 9 aprill. Locatie: Tilburg
We kregen een college van Amber van Walraven. Ze is werkzaam als universitair docent bij de Radboud Docenten Academie en is een onderzoek gestart rond ICT, mediawijsheid en differentiatie waarbij ze ook ingaat op de lerarenopleiding. Het gaat dus vooral over het onderwijs in de 21e eeuw. Tijdens de les kregen we een padlet aangeboden waar we vragen die we hadden op konden plaatsen zodat die meteen op het bord verschenen. Ook gaf ze via de padlet alvast de links naar enkele onderzoeksrapporten, uitspraken die haar typeren of aan het denken zetten en interessante artikelen.
Om naar de padlet te gaan en de links te bekijken, klik hier.
Om naar de padlet te gaan en de links te bekijken, klik hier.
Hierna gingen we het hebben over het onderwijs van nu. Ik vind dat leerkrachten te weinig weten over het ict-gebruik in de klas en ze dit wel kunnen vergroten. Als je kijkt naar de innovatietheorie van Rogers, betekent dit dat veel leraren nu laggards (achterblijvers) zijn, omdat ze zich blijven verzetten tot nieuwe ideeën of spullen. Sommige leraren willen erbij horen maar nemen niet teveel risico’s dus willen eerst duidelijk weten hoe alles werkt (late majority) of staan open voor nieuwe dingen maar willen wel duidelijk weten of het wel voordeel biedt (early majority). Ik merk dat deze drie groepen vooral naar voren als het gaat om ict in het onderwijs. Als je naar het Vier in Balans model kijkt, vind ik dat elke school hier over na kan denken of er een visie over kan schrijven, zodat de innovatie zich vordert. Ook moet ict als verplicht vak op de PABO gegeven worden, aangezien dit de toekomst is. Leraren hebben weinig tot geen ervaring in het werken met tablets en digiborden, laat staan met apps en tools. Terwijl als je kijkt naar het onderwijsontwerp dat ik heb uitgevoerd, de leraren erg enthousiast zijn over de verschillende tools en het digitaal persbureau. Hieruit kan je concluderen dat ze er wel interesse in hebben, maar de vaardigheid en kennis nog moet ontwikkelen. Ze zitten dus in een fixed mindset, terwijl als ze actie zullen ondernemen en, volgens het Vier in Balans model, zullen beginnen met een visie te schrijven ze in een growth mindset terecht zullen komen waardoor de discipline om de rest uit te voeren hoger zal zijn. Hierdoor zal de onderwijsinstelling eerder gemotiveerd zijn om naar de andere stappen in het Vier in Balans model te gaan (deskundigheid van leerkrachten verhogen, digitaal leermateriaal aan te schaffen en ICT-infrastructuur). Dit spreekt me erg aan en hoop dit ook deels met mijn onderwijsontwerp te bereiken op school.
Je kan hier ook het TPACK aan koppelen, omdat het een model is die de kennis en vaardigheden aangeeft die docenten moeten beheersen om ICT in hun onderwijs toe te kunnen passen. Wanneer ze in een growth mindset zitten, zal het Vier in Balans model zich eerder voortzetten waardoor de TPACK in gang wordt gezet. Wanneer dit in gang wordt gezet, kom je tot de 21st century skills die in de toekomst steeds essentiëler worden. Leerlingen moeten meer vaardigheden beheersen willen ze in de toekomst bijdragen aan de kennismaatschappij. Wanneer je gebruik maakt van verschillende programma’s, sites, apps en tools zullen de leerlingen zich beter ontwikkelen in de zeven vaardigheden die bij de 21st century skills centraal staan (samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden) dan wanneer je blijft werken volgens de methodeboeken. Wel vind ik dat hier afwisseling in moet zitten en de leerlingen niet alleen maar via de computer of tablet les moeten krijgen.
Zoals je op de padlet ziet, ben ik het ermee eens dat leerkrachten zich meer moeten gaan ontwikkelen op het gebied van ICT en mediawijsheid. De HAN toetst verschillende vaardigheden als competenties bij studenten. Dit moet bij meerdere scholen gebeuren zodat het aanbod wordt verbreed en je als leerkracht beter bent voorbereid op de toekomst. Op de padlet ben ik de ‘intelligente groep’, samen met Susan Hendriks, Karin van Doorn, Elise Hendriks, Lennart Geertsen en Mitchell Stook.
Amber van Walraven heeft hier ook een hoorcollege over gemaakt via EDpuzzle. Tijdens dit filmpje gaf ze uitleg over de kennis en vaardigheden van leerkrachten en ging ze hier verder op in door middel van theorie. Ik vond het leuk om deze vorm van ICT te ervaren. EDpuzzle is een site waar je een filmpje in kan plaatsen en tussendoor vragen kunt stellen. Je kunt via screen-o-matic een filmpje opnemen waarbij je zelf praat en verschillende documenten, sites, etc. opent waardoor de kijker een duidelijk beeld heeft van hoe het werkt. Door dit in EDpuzzle te zetten, kan je zelf vragen in het filmpje toevoegen. Hierdoor heeft de kijker de mogelijkheid om de uitleg thuis te kijken en tussendoor de gestelde vragen te beantwoorden, waardoor jij als leerkracht een beter beeld hebt van bij welk onderdeel er onduidelijkheid is. Hier kan je tijdens de les beter op inspelen omdat er meer tijd voor over is. Ook kan je aan de kijker zijn/haar ervaring vragen, waardoor je beter voorbereid je les in gaat en beter op de vragen in kan gaan (omdat je ze van te voren al hebt bekeken).
Je kan hier ook het TPACK aan koppelen, omdat het een model is die de kennis en vaardigheden aangeeft die docenten moeten beheersen om ICT in hun onderwijs toe te kunnen passen. Wanneer ze in een growth mindset zitten, zal het Vier in Balans model zich eerder voortzetten waardoor de TPACK in gang wordt gezet. Wanneer dit in gang wordt gezet, kom je tot de 21st century skills die in de toekomst steeds essentiëler worden. Leerlingen moeten meer vaardigheden beheersen willen ze in de toekomst bijdragen aan de kennismaatschappij. Wanneer je gebruik maakt van verschillende programma’s, sites, apps en tools zullen de leerlingen zich beter ontwikkelen in de zeven vaardigheden die bij de 21st century skills centraal staan (samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden) dan wanneer je blijft werken volgens de methodeboeken. Wel vind ik dat hier afwisseling in moet zitten en de leerlingen niet alleen maar via de computer of tablet les moeten krijgen.
Zoals je op de padlet ziet, ben ik het ermee eens dat leerkrachten zich meer moeten gaan ontwikkelen op het gebied van ICT en mediawijsheid. De HAN toetst verschillende vaardigheden als competenties bij studenten. Dit moet bij meerdere scholen gebeuren zodat het aanbod wordt verbreed en je als leerkracht beter bent voorbereid op de toekomst. Op de padlet ben ik de ‘intelligente groep’, samen met Susan Hendriks, Karin van Doorn, Elise Hendriks, Lennart Geertsen en Mitchell Stook.
Amber van Walraven heeft hier ook een hoorcollege over gemaakt via EDpuzzle. Tijdens dit filmpje gaf ze uitleg over de kennis en vaardigheden van leerkrachten en ging ze hier verder op in door middel van theorie. Ik vond het leuk om deze vorm van ICT te ervaren. EDpuzzle is een site waar je een filmpje in kan plaatsen en tussendoor vragen kunt stellen. Je kunt via screen-o-matic een filmpje opnemen waarbij je zelf praat en verschillende documenten, sites, etc. opent waardoor de kijker een duidelijk beeld heeft van hoe het werkt. Door dit in EDpuzzle te zetten, kan je zelf vragen in het filmpje toevoegen. Hierdoor heeft de kijker de mogelijkheid om de uitleg thuis te kijken en tussendoor de gestelde vragen te beantwoorden, waardoor jij als leerkracht een beter beeld hebt van bij welk onderdeel er onduidelijkheid is. Hier kan je tijdens de les beter op inspelen omdat er meer tijd voor over is. Ook kan je aan de kijker zijn/haar ervaring vragen, waardoor je beter voorbereid je les in gaat en beter op de vragen in kan gaan (omdat je ze van te voren al hebt bekeken).