Woensdag 25 maart 2015. Locatie: Eindhoven
Vandaag begonnen we met een gastcollege van Miriam Albers. Ze werkt bij Cubiss. Dit is een bedrijf die alle bibliotheken in Brabant en Limburg ondersteunt. Ze is momenteel bezig met twee projecten, namelijk: ‘Samen wijs met media’ en ‘Eigenwijs? Mediawijs!’. Hierin beschrijft ze op welke manier je een visie maakt, hoe je ermee aan de slag gaat en ontwerpt ze een bordspel waar prikkelende kaarten op liggen waar je met een schoolteam naar gaat kijken waar iedereen staat. Hierdoor krijg je dus ook een duidelijker beeld van waar je team of school staat.
Hierna kregen we uitleg over de makersbeweging. Dit houdt in dat je leert door het te maken of te doen, een voorbeeld hiervan is de 3D printer. Je gaat dingen doen of gekregen waarna je snapt wat het is en hoef het werkt. Het ontdekken is hierbij dus ook essentieel.
Als ik nadenk over hoe ik binnen mijn onderwijsontwerp de makersbeweging naar voren zou laten komen, zou ik dit doen door de verhalen en tekeningen die de kinderen maken tot leven te laten komen. Dit kan bijvoorbeeld door een app of een 3D printer. Creativiteit komt binnen dit onderwerp dus het meest naar voren.
Het is van belang dat je producten en processen moet blijven openen om ze te kunnen begrijpen en om er verbinding mee en verantwoordelijkheid voor te voelen.
Dit sluit ook bij mijn visie aan, aangezien de lerende zich zo beter kan ontwikkelen op het gebied van ICT. Wanneer je geen producten of processen waarneemt of uitprobeert, zul je het niet begrijpen en er niet mee aan de slag gaan. Zo kan je dus ook niet verder ontwikkelen.
Hierna gingen we een activiteit doen. Miriam benoemde de activiteit als volgt: ‘we gaan gave dingen maken’. Hierbij was het van belang dat je je gedachte laat gaan en dus buiten je eigen comfort zone kwam te zitten. Als eerst kreeg je twee kaarten. Wij hadden als opdracht gekregen dat we facetime moesten inzetten om het makkelijker te maken. De gedachte die bij ons opkwam was dat je meer over de wereld te weten zou komen door dit in verschillende situaties in te zetten. Je kan bijvoorbeeld verbinding maken met dieren, werelden, steden en tijdperken. Hierdoor komen er verschillende vakken aan bod en hebben de leerlingen de gelegenheid om alles over het onderwerp te vragen. Zie hieronder ons idee met de twee kaartjes die wij hadden gekregen:
Hierna kregen we uitleg over de makersbeweging. Dit houdt in dat je leert door het te maken of te doen, een voorbeeld hiervan is de 3D printer. Je gaat dingen doen of gekregen waarna je snapt wat het is en hoef het werkt. Het ontdekken is hierbij dus ook essentieel.
Als ik nadenk over hoe ik binnen mijn onderwijsontwerp de makersbeweging naar voren zou laten komen, zou ik dit doen door de verhalen en tekeningen die de kinderen maken tot leven te laten komen. Dit kan bijvoorbeeld door een app of een 3D printer. Creativiteit komt binnen dit onderwerp dus het meest naar voren.
Het is van belang dat je producten en processen moet blijven openen om ze te kunnen begrijpen en om er verbinding mee en verantwoordelijkheid voor te voelen.
Dit sluit ook bij mijn visie aan, aangezien de lerende zich zo beter kan ontwikkelen op het gebied van ICT. Wanneer je geen producten of processen waarneemt of uitprobeert, zul je het niet begrijpen en er niet mee aan de slag gaan. Zo kan je dus ook niet verder ontwikkelen.
Hierna gingen we een activiteit doen. Miriam benoemde de activiteit als volgt: ‘we gaan gave dingen maken’. Hierbij was het van belang dat je je gedachte laat gaan en dus buiten je eigen comfort zone kwam te zitten. Als eerst kreeg je twee kaarten. Wij hadden als opdracht gekregen dat we facetime moesten inzetten om het makkelijker te maken. De gedachte die bij ons opkwam was dat je meer over de wereld te weten zou komen door dit in verschillende situaties in te zetten. Je kan bijvoorbeeld verbinding maken met dieren, werelden, steden en tijdperken. Hierdoor komen er verschillende vakken aan bod en hebben de leerlingen de gelegenheid om alles over het onderwerp te vragen. Zie hieronder ons idee met de twee kaartjes die wij hadden gekregen:
Hierna kregen we informatie van Erik. We hebben het over blended learning gehad. Dit is een combinatie van online en offline leren. Het wordt ook wel een mix van leren met en zonder technologie genoemd (Oliver & Trigwell, 2005). Als ik kijk naar mijn eigen ontwikkeling, hebben we dit gedaan door een webquest, ofwel Geosettr, te maken. Hierbij wordt klassikale (je bekijkt met de klas de route, de docent geeft dus uitleg/les), digitale (je maakt je tour digitaal en maakt hierbij een route) en informele (je leert de landen of steden te liggen en je maakt informatieve vragen over je quiz) leervormen ingezet. Het nadeel bij blended learning kan zijn dat de motivatie uit jezelf moet komen, omdat er minder contact in het echt is. Een aantal voorbeelden van blended learning: rekentuin.nl, Squla, KhanAcademy en Taalzee. Hierbij werken de leerlingen op hun eigen niveau en tempo. Het enige nadeel is dat bijvoorbeeld KhanAcademy in het Engels is.
MOOC: Massive Open Online Course. Deze cursus wordt vaak binnen het onderwerp blended learning via internet gevolgd. Ze krijgen hierbij aanbod die bij hen past en op hun niveau is. Ze kunnen dit dus op hun eigen tempo thuis en in de klas oefenen. Dit is een groot voordeel, omdat het problemen of achterstanden in de klas op kan lossen.
VAL: Virtual Action Learning: dit is een omgeving waarin de kinderen opdrachten krijgen en projectmatig te werk gaan. Het gaat er dan vooral om dat ze in de klas zijn, opdrachten kunnen vinden die bij het thema passen en leeropdrachten en leertaken krijgen. Je kan hier dus ook goed mee differentiëren.
Flipping the classroom: je zet je lessen digitaal waardoor je de tijd dat je lesgeeft en de kinderen op school zijn nuttiger kunt gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld remediëren (iets of iemand beter maken) en de leerlingen helpen, omdat ze de uitleg thuis al hebben bekeken.
Als laatst gingen we aan de slag met screencasts. Dit is een programma waarbij je zelf een instructiefilmpje kan maken waarin je jezelf filmt, maar je kan er ook voor kiezen om een site of powerpoint te openen en erin te werken waardoor je precies kan uitleggen hoe je bijvoorbeeld iets moet uitvoeren. De meerwaarde hiervan is dat anderen duidelijk weten hoe iets werkt of wat ze moeten doen, omdat ze meekijken op jouw gefilmde scherm met stem. Dit is duidelijk en werkt positief.
VAL: Virtual Action Learning: dit is een omgeving waarin de kinderen opdrachten krijgen en projectmatig te werk gaan. Het gaat er dan vooral om dat ze in de klas zijn, opdrachten kunnen vinden die bij het thema passen en leeropdrachten en leertaken krijgen. Je kan hier dus ook goed mee differentiëren.
Flipping the classroom: je zet je lessen digitaal waardoor je de tijd dat je lesgeeft en de kinderen op school zijn nuttiger kunt gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld remediëren (iets of iemand beter maken) en de leerlingen helpen, omdat ze de uitleg thuis al hebben bekeken.
Als laatst gingen we aan de slag met screencasts. Dit is een programma waarbij je zelf een instructiefilmpje kan maken waarin je jezelf filmt, maar je kan er ook voor kiezen om een site of powerpoint te openen en erin te werken waardoor je precies kan uitleggen hoe je bijvoorbeeld iets moet uitvoeren. De meerwaarde hiervan is dat anderen duidelijk weten hoe iets werkt of wat ze moeten doen, omdat ze meekijken op jouw gefilmde scherm met stem. Dit is duidelijk en werkt positief.
Prodas ontdeklab in Someren
Donderdag 26 maart 2015. Locatie: Tilburg
Vandaag gingen we naar Prodas in Someren. Dit is een ontdeklab voor verschillende doelgroepen van Tessa Zadelhoff. Je kan hier als leerkracht met je klas naartoe, maar ook teams en andere instellingen kunnen hierheen gaan om ICT uit te proberen of om informatie te krijgen aan de hand van een vraag die ze hebben over bijvoorbeeld het tablet onderwijs. Dit was een leerzame en interessante dag. Niet alleen om de voorwerpen die er stonden, maar ik ben ook op een andere manier over onderwijs gaan denken en zie meer mogelijkheden in ICT. |
Een voorbeeld is de digitafel. Je kon hier bijvoorbeeld tegen elkaar spelen met een quiz maar ook andere leerzame spellen kwamen aan bod, zoals een breuk in het midden en je moet zo snel in verschillende vormen de andere breuken er naartoe slepen. Zo zijn de leerlingen door middel van een spel onbewust bezig met breuken op verschillende manieren in wedstrijdvorm. Ze leren zo op een andere manier wat het voor hun betekenisvol maakt en het zit dicht bij hun belevingswereld.
Een ander voorbeeld, wat mij ook erg aansprak, is Osmo voor de iPad. Je hebt een stand en een reflector nodig voor op je iPad waarna je verschillende games erop kan spelen. Er komt bijvoorbeeld een plaatje te staan waarbij je het woord moet raden en zo snel mogelijk de letters voor de iPad te leggen waardoor hij het op het scherm toont. Er zijn twee teams, rood en blauw, en wie de letter als eerst neerlegt krijgt dus ook punten als de letter in het woord zit. Ook heb ik naar meer voorbeelden op internet gekeken en hier kwam het tekenen en puzzelen met figuurtjes nog aan bod. Het is voor de leerlingen dus leerzaam door zo onbewust aan hun woordenschat te werken. Het enige nadeel wat ik kan bedenken bij dit type onderwijs, is dat de leerlingen voortdurend achter de tablet of computer zitten waardoor ze nog meer digitaal bezig zijn. Ik vind het wel essentieel dat leerlingen blijven variëren in uit een boek en digitaal te leren.
Westera (2013) beschrijft verschillende meningen hierover. De Duitse psychiater Manfred Spitzer beweert dat het kindermishandeling is. Hij zegt dat je ze belemmert in hun ontwikkeling en de passiviteit, vluchtigheid, eenzaamheid, verslaving en leeghoofdigheid bevordert. Hier ben ik het niet helemaal mee eens, omdat je de leerlingen niet belemmert in hun ontwikkeling, maar je kan juist aansluiten bij hun niveau waardoor ze optimaal zullen ontwikkelen. Wel vind ik dat de leerlingen niet alleen op de iPad moeten werken, maar dat er afwisseling moet zitten in het uit het boek leren en vanuit de iPad. Dit komt omdat ze nog wel moeten blijven ontwikkelen op sociaal-emotioneel gebied en het niet goed voor ze is om continue achter de computer te zitten. Westera beweert juist dat je de nieuwe technologieeen snel door moet brengen, omdat anders de hype alweer voorbij is. Hij zegt dat veel leerlingen zullen afvragen waarom de media die ze thuis gebruiken niet op school wordt gebruikt. Als je nu de tablets, internet en smartphones niet in het onderwijs inzet, zijn deze hypes dadelijk voorbij. Ook beweert hij dat zonder internet, computers of telefoons de maatschappij letterlijk tot stilstand komt (Westera, 2013). Ik vind dit niet helemaal waar, omdat de ontwikkeling langzaam vordert. Er zijn al een aantal scholen waar sprake is van tablet onderwijs en er sluiten langzamerhand steeds meer scholen zich erbij, net zoals de ontwikkeling van het digibord. Dit ging ook langzamerhand. Ik vind dit van belang, omdat ze zo beter nadenken over hoe ze het tabletonderwijs in willen zetten, i.p.v. om bij de hype te horen en het maar in te zetten zonder er een goed beeld van te hebben. Hier sluit het Vier in Balans model ook bij aan. Scholen moeten namelijk eerst een visie hebben over het ICT gebruik in het onderwijs, waarna ze het team erin scholen en beslissen welk digitaal leermateriaal ze in gaan zetten. Als ze het hierna pas uitvoeren in de klas, zal het beter georganiseerd zijn (Kennisnet, 2013). Als scholen de tijd nemen om hier rustig over na te denken, zal het tablet onderwijs veel efficiënter worden ingezet dan wanneer je het snel aanschaft in verband met het meegaan van de hype.
Een ander voorbeeld, wat mij ook erg aansprak, is Osmo voor de iPad. Je hebt een stand en een reflector nodig voor op je iPad waarna je verschillende games erop kan spelen. Er komt bijvoorbeeld een plaatje te staan waarbij je het woord moet raden en zo snel mogelijk de letters voor de iPad te leggen waardoor hij het op het scherm toont. Er zijn twee teams, rood en blauw, en wie de letter als eerst neerlegt krijgt dus ook punten als de letter in het woord zit. Ook heb ik naar meer voorbeelden op internet gekeken en hier kwam het tekenen en puzzelen met figuurtjes nog aan bod. Het is voor de leerlingen dus leerzaam door zo onbewust aan hun woordenschat te werken. Het enige nadeel wat ik kan bedenken bij dit type onderwijs, is dat de leerlingen voortdurend achter de tablet of computer zitten waardoor ze nog meer digitaal bezig zijn. Ik vind het wel essentieel dat leerlingen blijven variëren in uit een boek en digitaal te leren.
Westera (2013) beschrijft verschillende meningen hierover. De Duitse psychiater Manfred Spitzer beweert dat het kindermishandeling is. Hij zegt dat je ze belemmert in hun ontwikkeling en de passiviteit, vluchtigheid, eenzaamheid, verslaving en leeghoofdigheid bevordert. Hier ben ik het niet helemaal mee eens, omdat je de leerlingen niet belemmert in hun ontwikkeling, maar je kan juist aansluiten bij hun niveau waardoor ze optimaal zullen ontwikkelen. Wel vind ik dat de leerlingen niet alleen op de iPad moeten werken, maar dat er afwisseling moet zitten in het uit het boek leren en vanuit de iPad. Dit komt omdat ze nog wel moeten blijven ontwikkelen op sociaal-emotioneel gebied en het niet goed voor ze is om continue achter de computer te zitten. Westera beweert juist dat je de nieuwe technologieeen snel door moet brengen, omdat anders de hype alweer voorbij is. Hij zegt dat veel leerlingen zullen afvragen waarom de media die ze thuis gebruiken niet op school wordt gebruikt. Als je nu de tablets, internet en smartphones niet in het onderwijs inzet, zijn deze hypes dadelijk voorbij. Ook beweert hij dat zonder internet, computers of telefoons de maatschappij letterlijk tot stilstand komt (Westera, 2013). Ik vind dit niet helemaal waar, omdat de ontwikkeling langzaam vordert. Er zijn al een aantal scholen waar sprake is van tablet onderwijs en er sluiten langzamerhand steeds meer scholen zich erbij, net zoals de ontwikkeling van het digibord. Dit ging ook langzamerhand. Ik vind dit van belang, omdat ze zo beter nadenken over hoe ze het tabletonderwijs in willen zetten, i.p.v. om bij de hype te horen en het maar in te zetten zonder er een goed beeld van te hebben. Hier sluit het Vier in Balans model ook bij aan. Scholen moeten namelijk eerst een visie hebben over het ICT gebruik in het onderwijs, waarna ze het team erin scholen en beslissen welk digitaal leermateriaal ze in gaan zetten. Als ze het hierna pas uitvoeren in de klas, zal het beter georganiseerd zijn (Kennisnet, 2013). Als scholen de tijd nemen om hier rustig over na te denken, zal het tablet onderwijs veel efficiënter worden ingezet dan wanneer je het snel aanschaft in verband met het meegaan van de hype.
Bronnen
Kennisnet. (2013). Opgehaald van Kennisnet: http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Homepage/Vier_in_Balans_2013_Webposter__DEF_.pdf
Westera, W. (2013, september). OU; Open Universiteit. Opgehaald van Onderwijsinnovatie: https://www.ou.nl/documents/10815/36316/OI_2013_3_Onderwijs_TabletsInDeKlas.pdf
Oliver, M., & Trigwell, K. (2005). E-learning. Opgehaald van Can blended learning'be redeemed?: http://ldm.sagepub.com/content/2/1/17.full.pdf+html
Kennisnet. (2013). Opgehaald van Kennisnet: http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Homepage/Vier_in_Balans_2013_Webposter__DEF_.pdf
Westera, W. (2013, september). OU; Open Universiteit. Opgehaald van Onderwijsinnovatie: https://www.ou.nl/documents/10815/36316/OI_2013_3_Onderwijs_TabletsInDeKlas.pdf
Oliver, M., & Trigwell, K. (2005). E-learning. Opgehaald van Can blended learning'be redeemed?: http://ldm.sagepub.com/content/2/1/17.full.pdf+html